Met de Kerst was de binnenste rozet van een van de Teku di mondi planten ( Bromelia humilis ) felrood gekleurd met een karakteristiek wit katoen achtig bolletje in het midden. Onze teku zou gaan bloeien, wellicht niet met de Kerst in de mooie karakteristieke kerstkleuren maar wel op oudejaarsdag. Om het nieuwe jaar in te luiden met een prachtig vuurwerk van vloekende kleuren. Want wie denkt dat die rode rozet de bloemen zijn, heeft het goed mis. Het is niet anders dan een uithangbord dat potentiële bezoekers naar de echte schat moet leiden. Namelijk de lila paarse bloemen die in de middag ontluiken in het witte hart te midden van al die rode kleuren, met felgeel stuifmeel als een soort extra kleur tikje ertegenaan. Er is geen plant die zo uitgebreid vloekend kleurt in onze natuur. Vooral als de planten en masse aan het bloeien gaan, is het een kakofonie van vrolijke kleuren in de mondi.
Stekelig
De Teku di mondi is een plant dat voorkomt op de eilanden van de voormalige Nederlandse Antillen, Trinidad en Tobago en in Venezuela. De scherpe stekels aan de rozetten zijn een potent defensie mechanisme, waar kleine dieren als hagedisjes en insecten zich graag onder verstoppen. Een predator kan er namelijk nauwelijks bij. De plant is behoorlijk goed bestand tegen het harde droge klimaat van ons eiland waar weinig regen valt. En het dient in de ecologie zowel als voedselplant als, als grondbedekker. Geen luxe op een eiland waar de topsoil, de vruchtbare laag aarde dat bovenop de gesteenten ligt heel dun is. Nutriënten moeten zoveel mogelijk bewaard blijven. En dood plantenmateriaal als takjes en bladeren moeten gerecycled worden om de waardevolle vitamines en mineralen zoveel mogelijk te behouden.
Omdat deze plant goed tegen arme voedselbodems kan, komt het veelvuldig voor op plekken waar de grond heel arm. Daar vormt het kilometerslange tapijten van planten die dicht op elkaar groeien. Laat nou die hele dunne vruchtbare grond exact het gene zijn dat wij als ‘slimme’ mensen met grote loaders weghalen bij het zogenaamd ‘schoonmaken’ van een stuk terrein. Om vervolgens er handen vol geld tegenaan te moeten smijten om er een kokospalm in te laten groeien.